Ingezonden stuk in Het Parool 10 maart 2024

Bij de aankondiging van de nieuwe dramaserie De Joodse Raad moet historicus Frank Maas denken aan het verhaal van zijn eigen vader Gerard, die in het verzet zat. Want de Joodse Raad stemde in met de deportatie van Joden, die Gerard Maas van dichtbij meemaakte.

Een foto van De Joodse Raad in 1942 voor een verjaardagsalbum van voorzitter David Cohen (voorste rij tweede van links).Beeld Johan de Haas/Niod
Een foto van De Joodse Raad in 1942 voor een verjaardagsalbum van voorzitter David Cohen (voorste rij tweede van links).Beeld Johan de Haas/Niod

De Duitse bezetter riep de Joodse Raad van Amsterdam in het leven en drong een samenwerking op die leidde naar deportatie en, zoals na de oorlog bleek, vernietigingskampen. De Raad verzette zich niet. Sterker nog, deze dempte het verzet dat in februari 1941 opvlamde onder Joodse en niet-Joodse burgers in Amsterdam. Een verzet dat culmineerde in de Februaristaking.

Het standpunt van de Raad was: verzet zou slechts de woede van de bezetter opwekken en leiden tot razzia’s en deportaties naar kamp Mauthausen. Dat concentratiekamp leek het grootste kwaad te zijn, want daar waren honderden Joodse jonge mannen na de Februaristaking omgebracht. Om dat te vermijden volgden de leiders van de Raad de politiek van meewerken en gehoorzamen van de bezetter.

Notitieblok over de oorlog

Mijn vader Gerard Maas (1913-1988) had met afschuw gevolgd wat er sinds de machtsovername van Hitler in 1933 in Duitsland was gebeurd. Hij werd in augustus 1940 in zijn geboortestad Zaandam lid van de communistische partij (CPN). Hij kwam in verzet. Van dichtbij maakte hij de deportatie van de Joden mee.

Hij hield een notitieblok bij over het oorlogsgebeuren. Op 27 november 1942 schreef hij: ‘Daar zijn ook de gruwelen der weggevoerde Joden. Waar niemand van weet wat er met hen gebeurt. Vóór December moet Holland ‘Joden-rein’ zijn. En Himmler heeft een afzichtelijk bevel uitgevaardigd dat alle Joden die dit jaar naar Polen zijn gevoerd, dit zijn ook de Hollandse Joden, vernietigd moeten worden. De gehele samenleving toont zich nu in zijn meest barbaarse gedaante.’

Enerzijds dus: waar niemand weet wat er met hen gebeurt. Anderzijds: het bevel tot vernietiging van alle Joodse mensen was bij Gerard bekend. De Joodse Raad was er daarentegen ondanks verhalen en geruchten niet van overtuigd dat die vernietiging in Polen gebeurde. Deze stemde met de deportaties in.

De Joden werden gedeporteerd, eerst naar Westerbork en vandaar naar het oosten. Van de ongeveer 140.000 Joden in Nederland werden 107.000 gedeporteerd. Ongeveer 73 procent heeft de oorlog niet overleefd. In België was men zich meer bewust van de vernietigingsplannen, doken Joden massaal onder en kwam ongeveer 40 procent van hen in de Shoah om.

Het is te hopen dat in de dramaserie sprake zal zijn van begrip voor De Joodse Raad én voor de felle kritiek die al in de oorlog klonk tegen zijn politiek. Die kritiek was er bij verzetsbladen zoals het communistische blad De Waarheid en de linkse krant Het Parool. Naar schatting doken 30.000 Joodse Nederlanders onder. Ook die waren het niet eens met de politiek van gehoorzaamheid van De Joodse Raad. Onder hen waren veel verzetsstrijders.

Pamflet over evacuatie van Joodse inwoners

In het Zaandam van mijn vader woonden ongeveer 220 Joden. Zij werden in januari 1942 gedwongen te verhuizen naar het getto van Amsterdam of – de buitenlandse Joden – naar kamp Westerbork. De meesten volgden dit bevel tot evacueren op. Zij kregen ook hulp van de Raad. Van de Zaandamse Joden kwamen uiteindelijk 137 (62 procent) om in de Shoah. De overigen ontkwamen, vooral door onderduik. Voor zover bekend doken ruim 400 Joodse Nederlanders onder in de Zaanstreek. Veel mensen werden in christelijke kringen opgenomen. Maar ook de communisten ondersteunden de onderduik.

Mijn vader Gerard kwam in 1941 in de leiding van de illegale CPN in de Zaanstreek, samen met onder andere de half Joodse Fred de Beer en Gerrit Koeman. Gerrit en zijn vrouw Bep namen in de oorlog een Joods kind op. In januari 1942 verspreidden de communisten een pamflet over de evacuatie van de Joodse inwoners van Zaandam naar de hoofdstad: ‘Opnieuw hebben de fascistische horden hun bloedige terreur ingezet. Opnieuw zijn het de ongelukkige joden die het slachtoffer moeten zijn.’ Het pamflet riep op tot verzet.

Executie omgezet in gevangenisstraf

De familie Eisendrath was een van de families die in januari 1942 uit Zaandam werden geëvacueerd. Het verhaal van deze familie bood een dramatisch en divers beeld: zelfmoord en verzet, onderduik en ten slotte, toen het niet anders meer kon, acceptatie van het onbekende maar onheilspellende lot. Alle leden van deze familie kwamen om. Zo verging het de meesten. Was er maar meer onderduik en verzet geweest. Had de Joodse Raad dat maar ondersteund.

Mijn vader werd in augustus 1943 gearresteerd. In mei 1944 werd hij door een Duitse rechtbank samen met vier makkers ter dood veroordeeld. Op 25 juli 1944 werden ze gewekt voor de executie. Gerard en nog een kameraad kregen toen gratie. Hij moest afscheid nemen van zijn hartsvriend Sjef Swolfs. “Zet de strijd voort,” moest hij een andere kameraad beloven. Gerards straf werd omgezet in een gevangenisstraf van tien jaar. Op 29 maart 1945 reed een Amerikaanse tank de binnenplaats op van zijn tuchthuis in Butzbach. Gerard was bevrijd. Hij zou de rest van zijn leven communist blijven, in verzet tegen fascisme en oorlog.

Frank Maas is historicus, schrijver en gepensioneerd leerkracht.

Andere artikelen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *